De volledige opleiding tot bloemist(e) bestaat uit twee delen.
De eerste 4 jaar op de vooropleiding krijg je buiten de algemene vakken
zoals bijvoorbeeld Engels, Duits, Maatschappijleer e.d ook les in
tuinaanleg, plantenstekken, dierenverzorging en bloemschikken.
Op de vervolgopleiding leer je onder andere
rouwwerk en bruidswerk te maken en de meest voorkomende bloemstukken of
boeketten. Tijdens deze
opleiding ga je dieper in op de fijne kneepjes van het vak.
En krijg je les in het omgaan met klanten.
Je kan op de vervolgopleiding kiezen voor niveau 1,2,3,4. Kies je bijvooorbeeld
voor niveau 1, dan ga je 1 jaar naar school en niveau 2 is dan 2 jaar naar
school enz.
Niveau 1: Assistent, je voert onder begeleiding eenvoudige werkzaamheden uit die
wel enige vakkennis vereisen.
Niveau 2: Medewerker(ster), je voert onder begeleiding werkzaamheden uit die een
behoorlijke vakbekwaamheid vereisen.
Niveau 3: Vakbekwaam medewerker(ster), je voert zelfstandig werkzaamheden uit
die een grote vakbekwaamheid vereisen.
Niveau 4: Middenkader functionaris, je werkt geheel zelfstandig en geeft leiding
aan anderen.
Als je op school zit is het ook erg belangrijk dat je de juiste begeleiding
krijgt van je werkgever(ster) en collega’s,
want als je de juiste begeleiding en medewerking krijgt, leer je veel
makkelijker.